Opvallend - door Marc

20 april 2013 - Kathmandu, Nepal

Dan nog wat (voor ons) opvallende dingen, die niet in eerdere verhalen terecht zijn gekomen.

Zoals de rijstijl in Azië. Met stip op één: inhalen voor een bocht zonder enig zicht. Goede tweede: inhalen met tegenligger op minder dan 50 meter afstand. En toeteren, dat is ook verplicht, als je claxon het niet doet kun je beter een nieuwe auto kopen. Het leukste verkeersbord (samen met het Australische 'hier steken bejaarden over') is het verboden-te-toeteren-bord, een claxon met een streep erdoor, dat meestal voor ziekenhuizen staat.
Het verkeer kent een duidelijke hiërarchie: de tuktuk bevindt zich helemaal onderaan de voedselketen. Bovenaan in de hiërarchie staat de bus, de bus is koning, zijn toeter betekent 'oprotten'. Toch: iedereen weet wel wat de ander doet, het is vooral wennen. Heel erg wennen.

Het bovenaanst in de verkeershiërarchie staat misschien nog wel de koe. Vooral in Nepal waar de meerderheid hindoe is. (Uit te spreken met een Nijmeegs accent:) 'Lalala, ik ben me hier een potje heilig, ik ga effe lekker midden op straat liggen.' Of, zoals Marc tijdens zijn betere dronken nachten: 'straat is vrij, straat is vrij!'

De kleding van vooral de vrouwen in Nepal is erg mooi, een beetje zoals Marokkaanse meisjes zich tijdens een bruiloft kleden, felle kleuren en bedazzeld. Over de linkerschouder hangt een lange doek. Hoe anders was dat in Cambodja, daar droegen de vrouwen het liefst overdag een pyjama met hello kitty motiefjes. Op de moto.

Een van de mooiste fenomenen in Azië is het hoofdschudden. Of liever: hoofdwiebelen. In Nepal, maar vooral in Sri Lanka. Het is geen nee-schudden, eerder een soort electric boogie maar dan alleen met het hoofd. In het begin verwar je het wel met nee-schudden; 'Je hebt geen bier? En op dat tafeltje staat wel bier. Oh, je hebt het wel, sorry.'
Het hoofdwiebelen betekent: 'oké, dat is goed', of: 'dank je wel'. Het komt een beetje verlegen over, heel vriendelijk. Hoe dan ook, het is prachtige lichaamstaal.

Sommige lichaamstaal nemen we over. Het kom-eens-hier-gebaar doen we nu onderhands, geld geven we vaak aan terwijl we met de linkerhand de rechteronderarm ondersteunen. Als we 'namaste' zeggen maken we daar met de handen tegen elkaar aan een 'biddend' gebaar bij. In het begin een beetje raar, nu normaal.

We zijn de reis doorgekomen zonder noemenswaardige ziektes. Zeker de kinderen. Madeleine en ik hebben tien dagen diarree gehad, in het begin van Cambodja. En Madeleine had natuurlijk haar megagat in haar kies. Nog steeds weet ze in elke nieuwe plaats waar de dental clinic zit. Maar toch, geen malaria, dengue, of andere enge ziektes.

In de categorie ziektes: Floor heeft een mooie herinnering aan haar reis, een litteken op haar knie, opgelopen tijdens de fietstocht bij de homestay in Cambodja. Ze is er erg blij mee.

Eerst was Minecraft de grote hit, toen even Sims, voordat Minecraft weer de overhand nam. De laatste tijd is het Virtual Family, waarbij de familie in een huis woont en allerlei dingetjes doet zoals onkruid wieden en de luiers van de baby verschonen. De mooiste momenten zijn wanneer er baby's worden geboren of de kinderen het huis uitgaan. Verdrietige momenten zijn er ook, als bijvoorbeeld de ouders doodgaan. Fien moest hard huilen toen bleek dat ze geen kinderen kon krijgen, terwijl ze dat zo graag wilde. Het is net het echte leven.

We lijken een beetje op oma Marianne en opa Allen, we verzamelen ook alle hotelzeepjes en -shampootjes. De meeste guesthouses hebben geen shampoo, de basic guesthouses soms ook geen zeep. Al een paar keer heb ik Madeleine betrapt op het overdoen van shampoo in onze kleine prutsflesjes.

We passen met zijn vijven overal in. Ik schrijf dit terwijl we met zijn vieren op de achterbank van een oude auto zitten. Het best passen we in een tweepersoons tuktuk, met vijf rugzakken, de schooltas en natuurlijk het surfboard!

Dat we, sorry, dat Koen, al vijf maanden meesleept en ook mee naar Nederland gaat. Surfs up, dude!

Als we twee kamers hebben, wat meestal het geval is, slapen Koen, Floor en Fien tegenwoordig samen, er hoeft geen ouder meer bij. Als we gaan hardlopen, of een boodschap doen, blijven de kinderen vaak op hun kamer, knutselen, gamen of een boek lezen.

De bedindeling gaat per toerbeurt. Degene die aan de beurt is heeft eerste keus. Wie mag op de solomatras, of bij een van de ouders op de kamer?
'Ja, maar ik sliep de vorige keer al met papa.'

Overal op afdingen. Op de toeristische prullaria natuurlijk, maar ook op het extra bed, op de waterfles, op het fruit, op activiteiten. En vooral op het vervoer. Soms is afdingen leuk, zeker als je beide, verkoper en koper, tevreden bent. Een mooie 'Mammut' rugzak voor € 16,-, jij blij, ik blij. Irritant als de tuktukchauffeur een prijs noemt die drie keer zo hoog ligt als het gangbare (toeristen)tarief. Rare keuzes maak je dan, om drie kilometer in de brandende zon te gaan lopen omdat je anders € 0,50 teveel moet betalen.

Als we de kamer binnenkomen van het nieuwe guesthouse pakken we als eerste het blauwe tasje. In het blauwe tasje zitten onze levensaders, de opladers voor alle tablets and iPhones, en het snoertje om de foto's van de camera's te halen. Sinds een van de Samsungopladers kapot is gegaan vragen de kinderen aan elkaar naar de batterijpercentages: 'hoeveel heb jij nog, ik nog maar 13%', 'ik nog maar 9%, dan mag ik eerst!'

Fien blijft verlegen. Zelfs na zeven maanden continue aandacht, ze blijft verlegen. Heel zachtjes komt er - vaak na ons aandringen - 'five' of 'tenk joe' uit.

Fien is helemaal into de vogels. Voorafgaand aan elk land dat we bezoeken zoekt ze op internet de vogels van dat land op. Favoriet zijn de Pukeko, Ibis, Kingfisher en de Peacock.

Floor was helemaal outto vogels, vooral waar het kippen en eenden betreft. En die zitten in Azië zelden in een kooitje. De laatste tijd gaat het beter en loopt ze, nog steeds een beetje op haar hoede, door de scharrelende kippen. Toch, een loslopende megabuffel blijft ze minder eng vinden dan een kip.

De angst voor diarree en hondsdolheid hebben we er goed ingestampt. Bij elk blaadje sla en bij elke hond of kat vragen ze of ze het kunnen eten of aaien. In die volgorde.

Er is één ding waar ik in Azië maar niet aan kan wennen: spugen. Het liefst wordt de vlok nadrukkelijk vanachter uit de keel opgeroggeld voordat ie op straat belandt. Iedereen doet het, maar voor mij blijft het iets ranzigs.

En dan als laatste: wakker worden. Dat doe je in Azië niet door het geluid van een wekker maar door een bruiloft, een tempelklok, een haan of een hond....

4 Reacties

  1. Eva:
    20 april 2013
    Wat ga ik ze missen, jullie reisverhalen!
  2. Hetty en Ton:
    20 april 2013
    Weer heel leuk om te lezen.
  3. Frank:
    20 april 2013
    Dat hoofdschudden in Nepal duurde bij mij ook even voor ik dat doorhad. Heel irritant!! Twee weken later deed ik het zelf ook, en nu 8 jaar later nog steeds soms.
  4. Mariska:
    21 april 2013
    Mooi...